Een oefening bij langdurige lichamelijke klachten (ALK)
Wanneer je al langere tijd pijn ervaart, kun je geneigd zijn om je lichaam vooral als lastig of zwaar te ervaren. Misschien merk je dat je er het liefst van weg wil of het op wil lossen. Dat is logisch, want pijn put uit en het kan gevoelens als machteloosheid en angst met zich meebrengen. Tegelijk is het lichaam ook een bron van signalen, en soms kun je zelfs verzachting opmerken, als we er op een andere manier contact mee maken.
Een eenvoudige somatische oefening om te proberen:
Zoek een rustige plek waar je even kunt zitten of liggen. Sluit je ogen als dat prettig is. Breng je aandacht zachtjes naar je adem – zonder iets te veranderen. Merk op hoe de adem in en uit beweegt. Leg dan één hand op de plek waar je pijn of spanning voelt. Stel je voor dat je met elke inademing wat ruimte maakt rondom die plek. Niet om de pijn weg te duwen, maar om er bij te blijven. Misschien helpt het om je voor te stellen dat je ademt rondom de pijn, alsof je die plek wat meer bedding of zachtheid geeft.
Blijf een paar minuten zo aanwezig. Misschien verandert er iets. Misschien ook niet, dat is allebei oké. Het gaat er niet om dat de pijn verdwijnt, maar dat jij er een andere houding tegenover mag ontwikkelen. Minder vechtend, meer voelend en verdragend. En met mildheid.
Een opmerking: als je merkt dat de oefening te veel oproept of onprettig voelt, stop dan en kom terug naar iets wat veilig voelt, zoals je voeten op de grond of het contact met de stoel.
Soms begint verandering niet met doen, maar met luisteren.
Wanneer je al langere tijd pijn ervaart, kun je geneigd zijn om je lichaam vooral als lastig of zwaar te ervaren. Misschien merk je dat je er het liefst van weg wil of het op wil lossen. Dat is logisch, want pijn put uit en het kan gevoelens als machteloosheid en angst met zich meebrengen. Tegelijk is het lichaam ook een bron van signalen, en soms kun je zelfs verzachting opmerken, als we er op een andere manier contact mee maken.
Een eenvoudige somatische oefening om te proberen:
Zoek een rustige plek waar je even kunt zitten of liggen. Sluit je ogen als dat prettig is. Breng je aandacht zachtjes naar je adem – zonder iets te veranderen. Merk op hoe de adem in en uit beweegt. Leg dan één hand op de plek waar je pijn of spanning voelt. Stel je voor dat je met elke inademing wat ruimte maakt rondom die plek. Niet om de pijn weg te duwen, maar om er bij te blijven. Misschien helpt het om je voor te stellen dat je ademt rondom de pijn, alsof je die plek wat meer bedding of zachtheid geeft.
Blijf een paar minuten zo aanwezig. Misschien verandert er iets. Misschien ook niet, dat is allebei oké. Het gaat er niet om dat de pijn verdwijnt, maar dat jij er een andere houding tegenover mag ontwikkelen. Minder vechtend, meer voelend en verdragend. En met mildheid.
Een opmerking: als je merkt dat de oefening te veel oproept of onprettig voelt, stop dan en kom terug naar iets wat veilig voelt, zoals je voeten op de grond of het contact met de stoel.
Soms begint verandering niet met doen, maar met luisteren.
